De “Ex” aan het begin van een volledige explosieveilige markering geeft aan dat het tot een specifiek type explosieveilige apparatuur behoort, toch worden de specifieke explosieveilige eigenschappen ervan niet gedetailleerd beschreven.
Markeringen van explosieveilige elektrische apparatuur
Type | Explosiebestendig type | Verhoogd veiligheidstype | Intrinsiek veiligheidstype | Positieve druktype | Oliegevuld type | Met zand gevulde mal | Vonkvrij type | Exm | Luchtdicht type |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Teken | D | e | ia en ib | P | O | Q | N | M | H |
Deze markeringen geven methodisch het explosieveilige type weer, niveau, en categorie. Bijvoorbeeld:
Ex d ii verwijst naar een Klasse II, Niveau B, Groep T3 drukvast elektrisch apparaat;
Ex ia II AT5 duidt op een Klasse II, Niveau A, Groep T5 is een intrinsiek veilig elektrisch apparaat op niveau;
Ex ep II BT4 duidt een elektrisch apparaat met verhoogde veiligheid aan met onder druk staande componenten voor explosiebeveiliging;
Exd II (NH3) of Ex d II ammoniak identificeert a vuurvast elektrisch apparaat ontworpen voor omgevingen met heliumgas;
Ex d I vertegenwoordigt een voor mijnbouw gespecificeerd explosiebestendig elektrisch apparaat van Klasse I;
Ex d/II BT4 betekent een vuurvast elektrisch apparaat dat toepasbaar is voor zowel Klasse I als Klasse II, Niveau B, Groep T4.
Stofexplosieveilige elektrische apparaten zijn gemarkeerd met de DIP (Bestand tegen stofontsteking) symbool. Voorbeelden zijn onder meer:
DIP A20 en DIP A21, voor stofexplosieveilige apparaten van type A in zones 20 En 21, respectievelijk;
DIP A22 voor een Type A stofexplosiebestendig apparaat in Zone 22;
DIP B22 voor een Type B stofexplosiebestendig apparaat in Zone 22, onder andere.